Projectdirectie
Leidsche Rijn
opdrachtgever: gemeenten Utrecht en Vleuten- de Meern
Periode: 1995 - 1999
Na enkele decennia van studie en touwtrekken
over de verstedelijking van het westelijk weidegebied bij Utrecht
bereikten de gemeenteraden van Utrecht en het toen nog zelfstandige
Vleuten-de Meern in 1995 overeenstemming over het onder leiding
van Riek Bakker opgestelde Masterplan Leidsche Rijn.In dit gebied
van 25.000 hectare zouden gedurende twintig jaren een groot deel
van de Utrechtse ruimtebehoefte voor woningen, bedrijven, kantoren
en voorzieningen opgevangen dienen te worden, met respect voor
de eeuwenoude bewoningsgeschiedenis en de bestaande dorpen en
kwaliteiten in het gebied. Uiteindelijk zullen in Leidsche Rijn
100.000 mensen wonen en 40.000 mensen werken. De wijk krijgt goede
verbindingen naar de bestaande stad en wordt goed aangesloten
op de zware infrastructuur die Leidsche Rijn doorkruist.
|
|
Op basis van
dit Masterplan werden door de regio afspraken gemaakt met de rijksoverheid
(VINEX convenant) waarin onder meer taakstellende afspraken waren
opgenomen over de te realiseren woningbouwproductie. De Gemeente
Utrecht had niet de ambtelijke capaciteit beschikbaar voor dit grote
project en was bovendien al twintig jaar niet meer actief betrokken
in grootschalige stadsuitbreiding. Na een meervoudige selectie is
er voor gekozen om Peter Kuenzli van Gideon Consult aan te trekken
als directeur voor een op te richten projectbureau. Hij heeft binnen
drie maanden een ondernemingsplan aan het College van B&W voorgelegd
voor de oprichting van een zelfstandige tak van dienst met eigen
gemeentelijke medewerkers en eigen middelen die de totale planontwikkeling,
de grondexploitatie en het dagelijks beheer zou aansturen. Een uitnodigend
initiatievenbeleid zou de binding met het gebied moeten bevorderen.
In vier jaar tijd zijn onder meer de volgende resultaten bereikt:
|
|
· |
Werving, selectie en aanstelling van een
enthousiast en professioneel bureau van ca. 80 medewerkers met
eigen huisvesting aan de Beneluxlaan; |
· |
Het realiseren van een opvallend informatiecentrum
midden in het gebied dat ca. 30.000 bezoekers per jaar trekt; |
· |
Verwerven van honderden hectare grond
en start van de productie in deelgebied Langerak binnen twee
jaren; |
· |
Het opstellen van een overall grondexploitatie
en een methodiek van risicobeheersing; |
· |
De ontwikkeling van een sterk op de kwaliteit
sturende Atlas Openbare ruimte; |
· |
Vaststelling van kwalitatief hoogwaardige
stedenbouwkundige deelplannen en de daarbij behorende deelexploitaties
voor drie woningbouwdeelgebieden (Langerak, Parkwijk en Terwijde),
een bedrijvenlocatie (De Wetering) en het kantorengebied Papendorp; |
|
|
· |
Het vaststellen van het ontwerp en financieel
kader voor de Prins Claus brug over het Amsterdam-Rijnkanaal
en het starten van de uitwerking en werkvoorbereiding; |
· |
De ontwikkeling van het initiatievenbeleid
tot een succesvol instrument in de promotie en marketing van
Leidsche Rijn; |
· |
Het nemen van het tal van maatregelen
om de overlast van de bouwactiviteiten te beperken; |
· |
Het ontwikkelen en realiseren van tal
van geclusterde voorzieningen; |
· |
Het opstellen van programma’s
van eisen en financiële kaders voor de (deel)gebiedsoverstijgende
infrastructuur (water, park, wegen, plas, openbaar vervoer,
spoor) |
Na intensieve werving en selectierondes
lukte het in de loop van 1999 een uitermate ervaren opvolger te
vinden in de persoon van Wouter van der Poel, tot dat moment directeur
van het projectbureau Ypenburg in Den Haag.
Zie ook: www.leidscherijn.nl
|
|